Cultuurcentrum Brugge

Het Geheugen als Gebouw

Tijs Synaeve, conciërge in de Koninklijke Stadsschouwburg, laat op regelmatige basis zijn licht schijnen op wat hij meemaakt in onze zalen.

Aan het Jan Van Eyckplein ontwaarde ik de rijzige gestalte van de flegmatieke kunstcriticus. Hij flaneerde alleen over het plein, een beetje als Hannibal Lecter in ballingschap op dat tropische eiland. Toen hij ons herkende, mat hij meteen zijn andere rol aan: die van oud-leerkracht met het melancholieke hart. ‘Jij bent onvergetelijk!”, zo omhelsde hij mijn vrouw (die ook bij hem in de klas zat). En, teachers will be teachers: “Tijs! Doe als Willy Vynck en blijf leuren met je schrijfsels! Zijn kunst hangt hier vlakbij. Ben je al gaan kijken? Het is echt heel sterk!”

 

Aftakeling

De foto’s van Willy Vynck (80) zijn inderdaad indringend. De zelfportretten zijn een krachtige -vergeefse- poging om zich te hoeden voor de vergetelheid, of is het vergeetachtigheid? Vynck portretteert zich niet als 'god in het diepst van zijn gedachten' maar wel als een mens: radeloos en spartelend tegen de langzame aftakeling. En ondanks alles vitaal en nieuwsgierig als een veulen. 

 

Overdonderend 

De kunst van Vynck is niet de enige reden voor een bezoek aan de Poortersloge. Er zijn twee -overdonderende- blikvangers die de expo naar bijzondere hoogte tillen:

 

Kerstmis, 1955

Jasper Rigole. Het werk van deze Brugse Gentenaar is geen makkelijke kost. De landschappen in de filmzaal ogen op het eerste gezicht een beetje vervelend. Wie zet nu een camera op een landweg ergens in Luxemburg? Maar blijf vooral zitten en geef het even de tijd. Rigole stroopt al jaren rommelmarkten af, op zoek naar oude 8 mm filmpjes. De fragmenten die hij hier toont, zijn pogingen om het panoramische landschap in bewegend beeld te vatten. Iets wat cinematografisch onmogelijk is, maar wat de anonieme filmers (het kon uw vader, moeder of grootouder zijn, op reis door de Ardennen in de jaren ‘70) blijven proberen. Het tweede werk, ‘Palimpsest’, toont 2400 bewerkte foto’s, opgehangen aan staaldraad. Op de foto’s, ook verzameld op brocante markten, staan rugschriften als ‘Weihnachten 1955’ en 'Taillères, Rue de Chère’. Eén woord: verpletterend. Wanneer Rigole binnen pakweg 20 jaar exposeert in het MOMA, dan kan u zeggen dat u hem eerst in de Poortersloge zag! 

 

Romeinse kaars

Hetzelfde geldt voor de Brugse Joke Raes, maar dan in de overtreffende trap. Haar werken getuigen van fijnzinnigheid voor alles wat anders is. Bij het werk ‘Wandering Waterfountain’ stond ik minutenlang aan de grond genageld. Als was ik een ronddwalende bezoeker op een verlaten neokoloniaal plein ergens in Casablanca, of was het Fantasia? Raes' zin voor detail is verbluffend. Toch is dit geen lege ‘art pour l’art’. Ze schept een waanzinnige wereld waar verbeelding heerst, als een geëxplodeerde Romeinse kaars aan de hemel.

Er is de komende weken zo veel te doen in dit tochtgat aan zee dat het stresserend wordt. Maar als u een keuze moet maken, laat het dan de Poortersloge zijn.

 

Het Geheugen als Gebouw loopt nog tot 11 augustus