Amours Aveugles
Siamese Cie
Amours Aveugles – waarom doen we degene die we het liefst zien soms het meest pijn?
Amours Aveugles is een nieuwe stap in de lange samenwerking tussen choreografen-dansers Rosalba Torres Guerrero en Koen Augustijnen. Na een reeks van grotere voorstellingen met hun eigen Siamese Cie en met gezelschappen uit het buitenland, plooien ze zich nu terug op een intiemere vorm: een dansduet begeleid door twee klassieke zangers en twee accordeonisten, die fragmenten brengen uit diverse barok-opera’s met de gedoemde liefde als thema.
Lieve Dierckx: Wat is de voorgeschiedenis van Amours Aveugles?
Koen Augustijnen: Enkele jaren geleden creëerden we voor Christina Pluhar en haar barokensemble L’Arpegiata een choreografie voor hun concert rond Il Combattimento di Tancredi e Clorinda van Claudio Monteverdi. We koppelden daar nog een tweede gedoemde liefdesgeschiedenis aan, L’Orfeo, ook van Monteverdi, plus uittreksels uit Orfeo-versies van minder bekende componisten als Frescobaldi, Rosso, Ucellini en Sartorio.
Rosalba Torres Guerrero: Het dansmateriaal dat we toen creëerden triggerde ons zo dat we er graag mee verder wilden in een kleinere bezetting, met accordeonisten Philippe Thuriot en Gwen Cresens, zangers Liesbeth Devos en Ed Lyon, en als dansers Elie Tass en ikzelf.
LD: Volgens de credits tekent Koen dit keer alleen voor de choreografie?
KA: In de praktijk tekenden we samen de choreografie uit. Alleen ben ik dit keer diegene die er van buitenaf naar kijkt omdat Rosalba zelf danst, samen met Elie die ook mee het bewegingsmateriaal ontwikkelde. Het is een andere manier van werken dan we gewend zijn, maar heel fijn. De discussies zijn minder stevig. (lacht) Maar minstens zo belangrijk is dat we ons voor het eerst laten leiden door tekst.
RTG: De tekst die we horen via de zangers vormt ons dramaturgisch ijkpunt. Nadat we samen met dramaturg Dirk Verstock de fragmenten gekozen hadden waarmee we een strakke muzikale en dramaturgische lijn konden opzetten, was het de uitdaging om een universum van emoties en beweging te creëren dat het stramien van de verhalen volgt zonder anekdotisch of illustratief te worden.
LD: Was muziekanalyse een insteek voor de choreografie?
RTG: Absoluut niet. We zijn de repetitiezaal ingegaan, hebben de muziek opgezet en drie dagen lang voluit geïmprovisseerd, met alleen een beetje context en een paar sleutelbegrippen, zoals ‘Almost gone’: wat blijft er over als er bijna niets meer is? Dat samen dansen was pure vreugde.
KA: Dat was helemaal anders bij de vorige creaties van Siamese Cie waar we net met mensen uit erg verschillende achtergronden gewerkt hebben - boksers, volksdansers - wat telkens veel uitleg en begeleiding vereist. Met Elie hoefde dat niet. Het kleinste gebaar is bij hem compleet doorleefd. Hij incarneert moeiteloos een staat van lijden, tristesse en verwarring, en daarbovenop is hij, soms zonder het zelf te beseffen, heel grappig. Aan de hand van mijn uitvoerige nota’s van die imporvisaties en de video-opnames zijn we dan materiaal gaan samenbrengen en uitpuren. Ook die finale choreografische keuzes zijn gemaakt in overleg met Elie en Rosalba. En, het mag vreemd lijken, maar met twee dansers is er meer nuance en complexiteit in het dansmateriaal mogelijk dan met een grote groep. Als je dezelfde soort complexiteit met 9 dansers zou doen, dan zie je door de bomen het bos niet meer, vooral omdat we als we met grotere groepen werken iedereen de hele tijd op het podium laten staan. Ook de zangers en in mindere mate de muzikanten bewegen over het podium – zij vertellen hetzelfde verhaal.
LD: Hoe zijn jullie bij de muzikanten uitgekomen?
KA: Wij hadden Philippe Thuriot en Gwen Cresens, die ik ken van bij Les Ballets C de la B, geholpen om een plek te vinden om Philippes accordeon-improvisaties op Bach op te nemen, in een kerkje vlakbij het huis van Rosalba’s ouders in de Auvergne. ’s Avonds kwamen ze dan bij ons verder jammen - het was de eerste keer dat ze samenspeelden. Zo is het idee er gekomen dat ze in de Combattimento en de Orfeo-versies op accordeon zouden spelen. Voor de zang wilde sopraan Liesbeth Devos meedoen, haar kende ik van Ashes. En Tenor Ed Lyon vonden we via Peter De Caluwe van De Munt. Hij komt uit de opera maar werkt graag aan zijprojecten mee en kent het barokrepertoire als zijn broekzak.
LD: Wat zegt deze voorstelling over maturiteit?
RTG: We gaan met Siamese Cie al altijd voor sterke persoonlijkheden omdat we in ons choregrafisch werk het menselijke element centraal stellen. Intussen worden we alsmaar enthousiaster over mature dansers. We brachten al eens een groep van twaalf mature dansers samen om enkele dagen samen te dansen en daar kwam zoveel uit dat we voldoende materiaal hebben voor een volgend stuk!
LD: Hoe politiek is dit stuk voor jullie in het licht van Il Combattimento waar het fataal afloopt als twee geliefden uit twee verschillende oorlogskampen elkaar op het strijdveld tegenkomen?
RTG: Voor ons is blinde absurditeit het hart van het stuk. Waarom vecht je in een oorlog?
Voor wie, als dat betekent dat er geliefden sterven? Maar we willen er geen politieke voorstelling van maken.
KA: We hebben een zekere schroom om te verwijzen naar een actuele oorlog in een voorstelling. Al te vaak gaat dat niet verder dan tonen dat je met je tijd en de actualiteit begaan bent - terwijl er intussen wel mensen in onnoemelijk penibele situaties sterven. Maar ik denk dat het vanwege het oorlogsgegeven in Il Combattimento sowieso politiek is, of we dat willen of niet.
Interview: Lieve Dierckx; redactie: Steven De Belder.
Een uitgebreide versie van het interview is te vinden op de website van Dans in Brugge.
Een choreografie op fragmenten uit diverse barokoperas rond gedoemde liefde, gebracht door twee accoreonisten, een sopraan en een tenor.
Een dansduet door twee mature dansers die elkaar door en door kennen.
Een universum van emoties en beweging dat nauw het stramien van de verhalen volgt zonder anekdotisch te worden.
Luistertip: Il Combattimento di Tancredi e Clorinda van Claudio Monteverdi – kerncompositie uit deze voorstelling en een vroege mini-opera die slechts 20 minuten duurt.
AMOURS AVEUGLES is een productie van Siamese Cie I Koen Augustijnen & Rosalba Torres Guerrero
in coproductie met Théâtre MARS Mons - Arts de la Scène (B), Charleroi Danse - centre chorégraphique Wallonie Bruxelles (B), Théâtre Château rouge - SC Annemasse (F), Théâtre de Cornouaille Quimper (F), Espaces Pluriels Pau (F).
Met de steun van de Vlaamse Overheid – Cultuur, de Tax Shelter maatregel van de Belgische Federale Overheid via Flanders Tax Shelter en DRAC Auvergne-Rhône-Alpes.
Met dank aan Gerardus De Swerts, laGeste Gent, CC De Factorij, La Raffinerie/Charleroi Danse.