Franky De Smet-Van Damme
muzikant
“Voor hetzelfde geld was ik een discofreak geworden”
Ik heb ooit in Brusselse repetitiekoten op een paar bakken bier mijn eerste nummers gezongen. Dat viel in de smaak bij het publiek en zo is de bal voor Channel Zero aan het rollen gegaan. Ik had zelf een zwak voor Led Zeppelin, Iron Maiden, AC/DC. Het genre sprak me enorm aan. Ik vond in muziek een soort uitlaatklep om het misbruik door mijn vader in mijn jeugd te verwerken, al gebeurde het vrij onbewust. Zoals de meeste dingen in mijn leven, eigenlijk.
Trauma’s uit het verleden hebben een dubbele impact. Je bent ermee bezig, en tegelijkertijd ben je heel hard bezig om er niet mee bezig te zijn. Precies daarom is de muziek mijn redding geweest. Ik ben geen haatdragende persoon. Wat lost dat op? Wat mij is overkomen, is allesbehalve plezant, maar het heeft me gevormd tot wie ik ben. Ik doe ook nooit iets half. Ofwel smijt ik me, zoals bij Channel Zero, ofwel doe ik het gewoon niet. Op vandaag is Channel Zero trouwens nog steeds een pittig project. Er zitten twee Amerikanen in de band, losgeslagen kometen zijn het. Dat geeft vuurwerk. Met ons valt er altijd wel iets te beleven.
Brugge
In 2010 stond mijn dochter op het punt om aan de middelbare school te beginnen. Ik vond Brugge de goeie plek daarvoor en ben haar min of meer gevolgd en hier komen wonen. Brugge heeft een soort rust waar ik wel van houd. Je mag niet vergeten dat ik de helft van de wereld afgedweild heb en op tal van plaatsen woonde. Deze stad is een goeie middenmoot om uit te blazen. Ik vind het in West-Vlaanderen sowieso de max omdat mensen hun gedacht zeggen. Als ze mijn eigen bier niet te zuipen vinden, dan hoef ik niet om een mening te vragen. It’s for free. Maar dat vind ik goed. Net zoals wanneer ze zeggen dat mijn nieuwste plaat op geen kloten trekt.
Voor hetzelfde geld was ik een discofreak geworden
Hoe zot het ook mag klinken: rockzanger worden, was niet waar ik als kind aan dacht. Ik was wel intensief met muziek bezig. Ik schreef naar magazines aan de andere kant van de wereld. Old school, via de post. Het was allemaal gelinkt aan tape trading: ik nam concerten op cassette op en adverteerde dat in muziekmagazines, achteraan bij de recensies. Ik liet weten dat ik trader was en muziek wou uitwisselen. Zo kwamen er cassettes van de hele wereld bij mij terecht en leerde ik bands kennen waar ze hier nog nooit van gehoord hadden. De liefde voor rock is er alleen maar groter door geworden.
Wanneer ben je in de wereld van de rock-‘n-roll gedoken?
Op een bepaald moment zat ik in de entourage van de band Cyclone, in het Brusselse. Ik deed toen mijn burgerdienst bij het leger. Je moet weten dat ik de legerdienst had geweigerd omdat ik mijn haar niet wou laten knippen. Enfin, ik hing daar dus rond. Voor die burgerdienst belandde ik via wat omwegen in het Brugmannziekenhuis op de dienst facturatie. Alles draaide om een oud DOS-systeem waarin ik medicatiefiches van de patiënten moest invoeren. Er stond een deadline op, elk pilletje was gecodeerd. Op de duur kende ik die codes rats van buiten en begon ik ze robotmatig in te tikken. Ik was daardoor veel te snel klaar met werken en vroeg aan mijn baas – hij heette dokter Heilporn, stel je voor – of ik de zaak mocht omdraaien. Eerst doen wat ik leuk vond en dan pas de lijsten afwerken, tegenaan de deadline. Hij ging akkoord. De laatste maanden van mijn burgerdienst zat ik bijna voortdurend in de Brusselse repetitiekoten, bezig met rockmuziek.
Welke inspiratie vond je daar?
Hopen inspiratie! Iedereen had er een kot, zelfs Dani Klein voor ze bij Vaya con Dios zat. De hele Brusselse scene hing er rond, inclusief metal- en rockbands. Ik heb daar letterlijk op een paar bakken bier mijn eerste nummers gezongen. Dat viel in de smaak bij het publiek en toen is de bal aan het rollen gegaan. Korte tijd erna ben ik leadzanger geworden bij Channel Zero, mijn eerste band.
Vanwaar de voorkeur voor rock en metal?
Wat wij doen is toch meer hardrock dan metal. In de begindagen van Channel Zero was het gewoon een erg populaire expressievorm. Als je een zwart T-shirt droeg, dan was je de outcast en kreeg je aandacht. Dat vonden we de max, zolang de mensen maar niet te dicht kwamen. Daarnaast had ik een zwak voor Led Zeppelin, Iron Maiden, AC/DC, noem maar op. Maar zelf had ik de centen niet om de albums te kopen. Ik schafte lege cassettes aan voor die tape trading en had een klasgenoot die alle platen voor me opnam. Zo leerde ik die rock van de jaren ‘70 en ‘80 beter kennen. Het genre sprak me enorm aan. Ik vond er een soort uitlaatklep in om het misbruik door mijn vader in mijn jeugd te verwerken, al gebeurde het vrij onbewust. Zoals de meeste dingen in mijn leven, eigenlijk. Ik donder bij wijze van spreken altijd van de trap, val in een keldergat en denk: amai, het is hier wel plezant! Voor hetzelfde geld was ik een discofreak geworden.
Je kaart het verhaal van je vader aan: dat heeft je fors getekend. Hoeveel van dat trauma zit verwerkt in je muziek?
Best veel. Je maakt dingen mee die je niet wil meemaken en dat gaat in fases: ontkenning, woede, acceptatie. Het gebeurt wel vaker dat mensen me zeggen: als jij zingt, dan meen het je precies wel. Ze hebben gelijk. Maar trauma’s uit het verleden hebben een dubbele impact. Je bent ermee bezig, en tegelijkertijd ben je heel hard bezig om er niet mee bezig te zijn. Precies daarom is de muziek mijn redding geweest. Ik ben geen haatdragende persoon. Je zal mij nooit een bomaanslag zien plegen om iets te vergelden. Wat lost dat op? Wat mij is overkomen, is allesbehalve plezant, maar het heeft me gevormd tot wie ik ben. In goede zin.
Met Channel Zero stond je al op alle grote rockfestivals in binnen- en buitenland. Wat deed dat met je, van het repetitiekot in Brussel naar een immens podium?
Het is een storm die nooit gestopt is. We zaten erin, het werd gesmaakt. Mensen vroegen me in de hoogdagen vaak: ‘Hoe doe je het? Hoe schrijf je nummers als Black Fuel of Help?’ Ik zeg nog steeds hetzelfde: die goeie nummers staan er doorgaans op een half uur tijd. Je bent al met het volgende bezig wanneer je plots beseft dat het vorige eigenlijk straf was. En het hangt ook van dingen af die je niet zomaar kunt sturen: timing, het momentum, gevoel, een tikje geluk. Dat hebben wij gehad. Daarnaast zijn we altijd verder blijven werken en bouwen als muzikanten. Veel mensen willen dat niveau liefst meteen bereiken, maar je bestelt zoiets niet. Trouwens: wat heb je eraan als alles vanzelf gaat of direct lukt? Hoe leuk is het om de Ronde van Frankrijk te winnen zonder dat het je moeite kost?
Hoe belangrijk is de groepsdynamiek binnen Channel Zero?
Ontzettend belangrijk. Precies daarom ben je een band. Al durf ik de dynamiek van de laatste jaren bijna een groepsexplosie noemen. Het heeft iets absurds: je zit met vier à vijf mensen in een nauwe relatie. Je moet voortdurend op elkaar kunnen rekenen en het is belangrijk dat iedereen beseft welke rol hij vervult. Dat botst af en toe. Met Channel Zero hadden we het geluk dat de dynamiek eenvoudig was: ofwel maakten we muziek, ofwel maakten we boel.
Tegenwoordig promoot je je eigen bier: Turbeau. Is dat een rustiger tijdverdrijf dan optreden?
Ach, het is voor een stuk een gok. Ik had nog nooit bier verkocht voor ik hiermee begon. Het project loopt sinds 2019, nadat ik hoorde dat iemand Black Fuel-bier had gelanceerd. Wij hadden daar helemaal niets mee te maken, maar mensen vonden het cool dat Channel Zero een eigen bier had. Toen bleek dat de maker het promootte met tekst van ons, vond ik dat ik een alternatief moest verzinnen. Aangezien de naam Black Fuel ingepalmd was, heb ik Turbeau gekozen, een bier met de smaak van mazout. Het verhaal is vergelijkbaar met dat van een band. Je moet er staan, het moet kloppen. Ik probeer alles heel eenvoudig te houden: het project gaat traag vooruit, maar het gaat vooruit. Ik koppel gewoon mijn imago van rocker aan een bier en dat blijkt te werken.
Je spreekt er bijzonder gepassioneerd over.
Ik doe nooit iets half. Ofwel smijt ik me, zoals bij Channel Zero, ofwel doe ik het gewoon niet. Op vandaag is Channel Zero trouwens nog steeds een pittig project. Er zitten twee Amerikanen in de band, losgeslagen kometen zijn het. Dat geeft vuurwerk. Met ons valt er altijd wel iets te beleven.
Je woont al een tijd in Brugge, niet meteen de ultieme rockstad. Hoe ben je hier beland?
Ik ben destijds in De Haan getrouwd en in Wenduine gaan wonen. Er volgde een scheiding in 2010, toen mijn dochter op het punt stond om aan de middelbare school te beginnen. Ik vond Brugge de goeie plek daarvoor en ben haar min of meer gevolgd en hier komen wonen. Door omstandigheden was ons huis aan de kust pijlsnel verkocht, ik had exact een maand om een nieuwe plek te vinden. Eigenaars zagen mij als kandidaat-huurder van ver komen: een alleenstaande vader met tattoos en lang haar. En geen vast inkomen! Ze hadden natuurlijk door dat ik rocker was. Ik denk dat ik zeker twintig huizen bezocht heb voor ik uiteindelijk ergens kon wonen.
Wat vind je van Brugge?
Ik ben hier op een fantastische plek terechtgekomen. Brugge heeft een soort rust waar ik wel van houd. Uiteraard lopen 50 hedendaagse primitieven er toeristen rond maar ik vind het allemaal vrij relaxed. Je mag niet vergeten dat ik de helft van de wereld afgedweild heb en op tal van plaatsen woonde. Brugge is een goeie middenmoot om uit te blazen. Ik vind het hier in West- Vlaanderen sowieso de max omdat mensen hun gedacht zeggen. Als ze mijn bier niet te zuipen vinden, dan hoef ik niet om een mening te vragen. It’s for free. Maar dat vind ik goed. Net zoals wanneer ze zeggen dat mijn nieuwste plaat op geen kloten trekt.
Zijn er plaatsen in de stad waar je bijzonder graag komt? Of gewoon tot rust komt?
Ik zal eerlijk zijn: als ik buiten kom, ben ik meestal niet lang alleen. Mensen komen vaak dingen vragen of ze herkennen me. Dat is niet erg, maar daardoor ben ik niet de man die veel rondhangt. Al ga ik met mijn dochter wel vaak fietsen. En door de bierverkoop beland ik vaak in de 2BE. Er zitten veel toeristen, ik word er minder snel herkend. Daarom zit ik er graag. De uitbater zal content zijn dat ik hem vermeld!
Wat zit er nog in de pijplijn voor Channel Zero?
We hebben rollators met ons logo besteld! Neen, serieus: zolang ik mijn stem goed en zuiver kan houden, gaan we door. Daarom heb ik ook twee jaar stemtherapie gevolgd. Vroeger zong ik mijn stem kapot, nu kan ik meer genieten van het zingen. Het is technisch beter geworden, ik kan meer aan in een set. We stoppen dus niet.
Welk advies geef jij als een rakker van acht je zegt dat hij rockzanger wil worden?
Dat hij vooral zijn hart moet volgen. Niet te veel nadenken. Hoe meer je nadenkt, hoe meer je jezelf afremt. Mij werd destijds vaak naïviteit verweten, maar het is wel die naïviteit die me toeliet om mijn buikgevoel te volgen. Doe je dat niet, dan loop je vast. De druk om snel te presteren, is helaas wel groter geworden. Jonge gasten moeten vandaag direct een wereldhit schrijven: dat was in onze tijd anders. Bovendien zijn de wereldhits van nu vaak binnen de drie jaar overtroffen en vergeten. Het heeft de business er niet makkelijker op gemaakt. Ik snap wel hoe het komt: er is minder tijd, minder geld en dus meer eenheidsworst. Jonge bands hebben de luxe niet meer om lang te zoeken. Ze krijgen tien dagen, moeten een eindproduct afleveren en scoren. Zo overleven, is niet eenvoudig. Kun je je voorstellen dat ze het met de kunst zouden doen? Een massief blok brons voor je neus zetten en zeggen dat je een paar dagen krijgt om er een beeld van te maken? Dat is gewoon niet mogelijk, dus van muziek mag je het ook niet verwachten. Het gaat ten koste van de afwerkingsgraad. Ik heb het grootste respect voor bands die het desondanks proberen. Echt waar.