David Van Reybrouck
auteur
°1971
Instagram
@david.vanreybrouck
website
www.davidvanreybrouck.be
Prijzen
- Literatuurprijs provincie West-Vlaanderen voor radiocolumns in Heldenmoed op Radio 1, 2001
- Debuutprijs voor 'De Plaag', 2002
- Taalunie Toneelschrijfprijs voor 'Die Siel van die Mier', 2004
- KANTL-prijs voor podiumteksten 'Die Siel van die Mier', 2006
- Noord-Zuid Persprijs van de Vlaamse regering voor artikelenreeks 'KVS in Kongo', 2006
- Arkprijs van het Vrije Woord voor 'Slagschaduw' en 'Missie', 2008
- Jan Hanlo Essayprijs en de Vlaamse Cultuurprijs voor Kritiek & Essay voor Pleidooi voor populisme, 2009
- Veelvuldige bekroning van 'Congo: een geschiedenis' met onder meer de Libris Geschiedenis Prijs en AKO Literatuurprijs, 2010-2014
- Tweejaarlijkse Prijs van de Van Acker Stichting, 2011
- De Gouden Ganzenveer, 2014
- Henriette Roland Holst-prijs voor 'Tegen Verkiezingen', 2014
- Eredoctoraat van de Université Saint-Louis - Bruxelles, 2015
- Vijfjaarlijkse Cultuurprijs van de Provincie West-Vlaanderen, 2015
- Genomineerd voor de European Press Prize, 2018
- Geschwister-Scholl-prijs voor de Duitse vertaling van 'Revolusi', 2023
Ik zoek naar de vertelstem die alle kennis kan bundelen
Schrijven deed ik al als tiener, toen ik nog bij mijn ouders in Assebroek woonde. Mijn moeder schreef poëzie, mijn grootvader was destijds een bekende cabaretier in Brugge. Ik schreef bijna elke avond in een dagboek; daar kwamen zelfs gedichten uit voort. Mijn grootste ambitie was om een gedicht van mij in het blaadje van de heemkundige kring Arsbroek vzw te krijgen. Dat is nog altijd niet gelukt, maar het bloed kruipt waar het niet gaan kan.
Na mijn studies en doctoraat werd mijn nood om te schrijven overduidelijk. Ik geniet er intens van als een boek aan de studeertafel ontstaat en uiteindelijk in bed wordt gelezen. Dan is mijn missie geslaagd. Wetenschappelijk schrijven voor wetenschappers is niet moeilijk, maar de informatie op een bevattelijke manier ontsluiten voor de massa: dat is de kunst. ‘Easy reading is hard writing’, zei Hemingway. Over boeken als ‘Congo’ en ‘Revolusi’, beide meer dan 600 bladzijden dik, hoor ik vaak dat ze zich laten lezen als romans. Daarvoor zoek ik telkens naar de vertelstem die alle kennis kan bundelen.
In poëzie werkt het nog anders. Het is een meer intuïtieve manier van schrijven, vanuit het buikgevoel. Theater zit daar ergens tussenin. Voor gedichten vertrek ik doorgaans van een beeld, een momentopname. Op vakantie in de Alpen zag ik ooit een man die een kousje van een gasbrander verving. Ik herinnerde mij hoe mijn vader dat vroeger deed op de camping in het zuiden van Frankrijk, hoe delicaat die handeling was. Die ene waarneming zorgt ervoor dat je twee uur later een gedicht op papier hebt.
Brugge
Brugge is al eeuwen onmiskenbaar een prachtige stad. Je hebt er misschien niet de levendigheid van Gent of Brussel, maar ik behoor niet tot de groep mensen die na hun vertrek alleen maar neerbuigend doen over dat zogenaamde ‘provinciale’ karakter. Kosmopolieten die neerkijken op hun herkomst, dat vind ik pas provinciaal. Brugge is voor mij de enige stad waar ik nog kan verdwalen, en ik houd het meeste van de kantjes waar minder ‘massa’ passeert. De Langerei, de Potterierei, het seminarie, het Guido Gezellemuseum… het is telkens weer grandioos om die te zien.